• EN
  • DE
  • Mercedes-Mercedes 450SL
  • Mercedes - Mercedes 450SL
schaduw

Mercedes - Mercedes 450SL

Mercedes
Mercedes 450SL
1979
Verkocht / sold / verkauft
Marge
Orient Rood
4,5L 8 cilinder automatische versnellingsbak
225 PK / 377 Nm

De Mercedes-Benz W107 serie (officieel bekend als R107 voor de roadster en C107 voor de coupémodellen) werd geproduceerd van 1971 tot 1989. De R107 verving de W113 (Pagode) in 1971 en werd opgevolgd door de W126C in 1981 voor de coupé-modellen (SLC) en door de R129 in 1989 voor de cabrioletmodellen (SL).

De productie startte in april 1971 en leverbaar was alleen de 350SL (BM107.043) en 350SLC (BM107.023) met 3.5 liter V8 (M116), elektronische brandstofinjectie (Bosch D-jetronic) en een handgeschakelde 4-gang of een 3-gang automatische transmissie als optie. De motor leverde een vermogen van 200 pk (5800 rpm) en een koppel van 286 Nm (4000 rpm). De SL modellen werden geleverd met een linnen dak en als optie was er een stalen afneembare hardtop leverbaar. Er was ruimte voor twee volwassenen en twee kinderen (2+2). Het SLC model met gesloten carrosserie was in totaal 36 cm langer en had hierdoor vier volwaardige zitplaatsen.

Voor de Amerikaanse markt waren de uitlaatgasnormen strenger en er waren diverse maatregelen genomen om aan de eisen te voldoen, dit resulteerde echter in minder vermogen 195 pk (5500 rpm) en minder koppel 275 Nm (4000 rpm). Om dit te compenseren was er voor de Amerikaanse markt al een 4.5 liter V8 (M117) ontwikkeld, deze leverde 217 pk bij 5000 rpm en 360 Nm bij 3250 rpm. De eerste W107-modellen die met deze motor werden geleverd hadden een type plaatje 350SL(C) 4.5 maar vanaf november 1972 werd de officiële benaming 450SL (BM107.044) en 450SLC (BM107.024). Vanwege het grote koppel van de motor werd deze standaard voorzien van een automatische transmissie en een handgeschakelde bak was niet leverbaar. In Europa werd de 450SL(C) pas in 1973 geïntroduceerd en de motor leverde hier 225 pk (5000 rpm) en 378 Nm (3000 rpm). 

Motortechniek:
De M116 en M117 zijn Ottomotoren van Mercedes-Benz met 8 cilinders in V-vorm. Ze werden gebruikt van 1969 tot 1991 in diverse Mercedesmodellen van de topklasse. Met het ontwerp werd gestart in 1963 en gedurende hun levenscyclus zijn de motoren veelvuldig aangepast.

De krachtbronnen zijn ontworpen door de toenmalige motorenconstructeur bij Mercedes-Benz Adolf Wente. Er was geen directe voorganger, maar ze zijn wel gebaseerd op de grote 6,3 liter machine van de M100. De motoren werden opgevolgd door de M119.

De motoren zijn watergekoeld en per cilinderbank is er één bovenliggende nokkenas. Beide nokkenassen zijn vijf maal gelagerd en worden aangedreven vanaf de eveneens vijf maal gelagerde krukas door één duplex ketting. Per cilinder zijn er twee kleppen die bediend worden via sleeptuimelaars. De cilinderkoppen zijn gemaakt van aluminium.

De hoek tussen de twee cilinderbanken is 90° en er werd gebruik gemaakt van de zogenaamde cross-plane-bouwvorm (met ontstekingsvolgorde 1-5-4-8-6-3-7-2), waarbij cilinders 1 t/m 4 in de linker bank en cilinders 5 t/m 8 in de rechter bank zijn ondergebracht. Massatraagheidsmomenten van de eerste en tweede orde worden hiermee geheel gecompenseerd en de motoren draaien dan ook rustig en gelijkmatig.